Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van de belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
Artikel 464/1, 1° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992
Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Voor de aanslagjaren 2026 en 2031 worden ten bate van de gemeente 850,13 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.