Nutsvoorzieningen
De nutsmaatschappijen werden om advies gevraagd.
Riopact heeft op 21 april 2022 het project voorwaardelijk gunstig geadviseerd.
De Watergroep heeft op 25 april 2022 een voorwaardelijk gunstig uitgebracht op het project.
Fluvius heeft op 8 maart 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. De loten/appartementen mogen pas verkocht worden wanneer de offerte met alle daarin beschreven verplichtingen door NV. Builprom werd ondertekend voor akkoord en vervolgens de facturen m.b.t. deze offerte vereffend zijn.
Adviesinstanties
Volgende instanties werden om advies gevraagd voor dit project :
-Politiezone AMOW
-Brandweerzone Vlaams-Brabant West
-Intradura
-Infrabel
-NMBS
-Toegankelijk Vlaanderen (Inter)
-FOD Binnenlandse Zaken - Astrid Veiligheidscommissie
-Vlaamse Milieumaatschappij
-Dienst Infrastructuur gemeente Opwijk
-Dienst Milieu gemeente Opwijk
-Gecoro
De adviezen worden in deze enkel besproken voor zover ze relevant zijn voor de beslissing van de gemeenteraad.
Infrabel antwoordde op 26 januari 2022 dat zij geen advies kunnen verlenen om reden dat zij geen rechtstreeks aanpalende eigendommen hebben op deze locatie.
De NMBS bracht op 16 februari 2022 een ongunstig advies uit om volgende redenen:
-Er dient met name te worden aangegeven dat zowel de stationsparking als wegenis/ontsluiting naar de Fabriekstraat op eigendom gelegen is van de NMBS. Toegangen/ontsluitingen naar of over de percelen van de NMBS dienen voorafgaandelijk door middel van een overeenkomst te worden geregeld. Dergelijke ontsluitingen leggen namelijk een last (bv.erfdienstbaarheid) op de percelen van de NMBS waardoor eventuele toekomstige ontwikkelingen en inrichtingen op eigendommen van de NMBS worden verhinderd of beperkt.
-Evenzo geldt dit voor de brandweg die voorzien wordt op de parking en wegenis ervan.
-Gezien er geen uitweg en brandweg over de parking van het station en de wegenis voorzien kan worden, wordt de bereikbaarheid van de ondergrondse parking met in- en uitrit onder gebouw A in vraag gesteld. Alsook voor de bovengrondse parkeerplaats voor personen met een beperking en de plaats voor de deelwagen, achter gebouw E en de parkeerplaatsen aan de ingang van de ondergrondse parking bij gebouw A.
-Bijkomend wordt opgemerkt dat er een deel van de parkeerplaatsen zouden worden verwijderd ten einde een nieuwe toegangsweg naar de Ringlaan mogelijk te maken. Ook hier dient aangegeven te worden dat de NMBS geen werken door derden op haar eigendom toelaat zonder voorafgaandelijke overeenkomst. Hierdoor kunnen de ontsluitingen vanaf de percelen van de private ontwikkeling naar de wegenis en parking van de NMBS en op de gronden van de NMBS niet gerealiseerd worden.
-De onderhavige parking is, zoals hoger reeds aangegeven, in eigendom van de NMBS en staat in eerste instantie ten dienste van de treinreizigers en niet voor bewonersparkeren noch voor de ontsluiting van de private ontwikkeling. De NMBS kan in de toekomst deze parking en toegangsweg ook voorzien van een toegangscontrole en een betalend parkeerbeleid invoeren, en dit zonder enig exclusief - of voorkeursrecht aan de omgevingsaanvrager te verlenen. Onder meer om deze reden kan deze parking en wegenis niet meegenomen worden als ontsluiting voor de private ontwikkeling zowel voor het woongedeelte als het kantoorgedeelte.
-De beperkte afstand van de bebouwing tot de perceelsgrenzen van de NMBS, zelfs tot op slechts 1,41 m, toont nu reeds de mogelijke beperkingen die er voor de NMBS zouden komen. Zo wordt het bijvoorbeeld nagenoeg onmogelijk om daar constructies zoals bijvoorbeeld fietsenstallingen te plaatsen, indien dit noodzakelijk zou zijn. De inplanting van de gebouwen is aldus niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. Dergelijke afstand is bovendien niet in overeenstemming met de wetgeving omtrent lichten en zichten.
-Tot slot dient er te worden vastgesteld dat er in het addendum B26, de verantwoordingsnota, sprake is van een inrichtingsstudie waarbij de eigendomssituatie van de NMBS niet in rekening wordt gebracht. Daarbij wordt de huidige stationsparking een ander ontwerp aangemeten. Zo worden bijkomende parkeerplaatsen aangelegd om tot een grootschalige pendelparking te komen, waarbij deze tevens ontsluiting vindt over de eigendom van de NMBS naar de in het huidige dossier voorgestelde verbinding naar de Ringlaan. Andere delen van de parking worden dan groen en grijs (vermoedelijk als bebouwing) ingekleurd. Met deze inrichtingsstudie kan dan ook geen akkoord verleend worden door de NMBS.
De conclusie van dit advies is, dat de aangevraagde wegenis niet uitvoerbaar is niettegenstaande dat deze wegenis aantakt op een zone voor openbare wegenis (artikel 3) volgens het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Station, welke goedgekeurd werd door de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant op 24 mei 2012.
De beslissingen genomen op grond van het omgevingsvergunningendecreet (zoals in casu het geval is) doen in principe geen afbreuk aan de burgerlijke rechten van derden. Ze worden verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed.
Toch belet dit niet dat een administratieve/vergunningverlenende overheid rekening kan houden met niet-betwiste burgerlijke rechten wanneer die de uitvoering van een aanvraag kunnen beletten. Het eigendomsrecht van de NMBS is in deze niet betwist.
De beslissing mbt de wegenis dient bovendien tijdig te worden genomen door de gemeenteraad van mei als de gemeente zich niet wil blootstellen aan de sancties/vergoedingen voor het niet tijdig beslissen. Binnen dit tijdsbestek kan geen aangepast advies meer verwacht kan worden. Dit werd expliciet bevestigd door de NMBS op een overleg van 8 april.
Het negatief advies kan dan ook niet zomaar genegeerd worden en rechtvaardigt een negatieve beslissing omtrent de zaak van de wegen.
Toegankelijk Vlaanderen (Inter) bracht op 10 februari 2022 voorwaardelijk gunstig advies uit.
FOD Binnenlandse zaken - ASTRID veiligheidscommissie bracht op 25 januari 2022 voorwaardelijk gunstig advies uit.
De Vlaamse Milieumaatschappij bracht op 6 april 2022 voorwaardelijk gunstig advies uit.
De dienst Infrastructuur van de gemeente Opwijk bracht op 29 maart 2022 voorwaardelijk gunstig advies uit. De opmerkingen omtrent de groenvoorzieningen worden behandeld bij het afleveren van de omgevingsvergunning.
De dienst milieu van de gemeente Opwijk bracht op 2 maart 2022 voorwaardelijk gunstig advies uit.
Brandweerzone Vlaams-Brabant West bracht op 2 april 2022 voorwaardelijk gunstig advies uit.
Politiezone AMOW bracht op 28 maart 2022 advies uit. De opmerkingen/suggesties omtrent de inrichting van de wegenis worden behandeld bij het afleveren van de omgevingsvergunning.
De GECORO bracht op 16 maart 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit mits rekening te houden met volgende aandachtpunten:
-Er dient voldoende aandacht te worden besteed aan de ontsluiting van dit project op vlak van auto's maar ook voetgangers/fietsers. De doorstroming voor wagens zou vanuit Ringlaan richting station/Kouterlaan (om schoolomgeving te ontlasten) naar ofwel Averbeekstraat met aansluiting op ring rond Opwijk ofwel viaduct richting Lebbeke moeten verlopen. Op deze wijze kunnen bepaalde zones (schoolomgeving) op vlak van mobiliteit gemeden worden. Is er nood aan een bijkomende ontsluiting voor wagens via kerkhof richting Ringlaan?
-Er dient voldoende rekening gehouden te worden met een goede waterhuishouding op vlak van opvang, buffering, infiltratie en hergebruik.
Intradura bracht geen advies uit.
Openbaar onderzoek
Tijdens het openbaar onderzoek dat plaats vond van 23/01/2022 t.e.m. 21/02/2022 werden er drie (3) bezwaarschriften ingediend. Een deel van de bezwaarschriften gaat over de voorgestelde uitgaande verkeersstroom uit het project. De bewoners/bezoekers van het project komen het project binnen via de Fabriekstraat en verlaten het project langs gebouw A om dan de keuze te maken, ofwel naast de spoorlijn richting station te rijden ofwel via de nieuwe ontworpen straat richting Ringlaan te rijden. De nieuwe verbindingsweg tussen de Ringlaan en de spoorlijn is voorzien voor dubbel verkeer (geen enkel richting). Indien de ontsluiting van het project via Ringlaan 15 gebeurt, dan wordt alle autoverkeer van het project bijkomend geïnjecteerd in de schoolzone/zone 30 van de nabijgelegen school wat totaal onwenselijk is. Er wordt gepleit om de verkeersdoorstroming zo eenvoudig mogelijk te maken door de verkeersstroom in één richting te voorzien. Zij vinden dat het voorzien van een bijkomende weg voor autoverkeer tussen de Ringlaan en de spoorlijn niet verantwoord is.
De aangehaalde argumenten omtrent verkeer en voorzien van de bijkomende ontsluitingsweg zullen verder onderzocht worden. Ze kaderen in de lopende herziening van het RUP Station. Studiebureau D+A werd bovendien aangesteld om de mobiliteit nog verder te onderzoeken en logisch te onderbouwen.
Decreet betreffende de omgevingsvergunning dd. 25 april 2014, m.n. artikel 31.
Omgevingsvergunningsbesluit van 27 november 2015.
Decreet houdende de gemeentewegen dd. 3 mei 2019.
Het voorgelegd tracé en de voorgelegde plannen betreffende de noodzakelijke uit te voeren infrastructuurwerken en het bijgevoegd rooilijnplan in bovenvermelde bouwproject, opgemaakt door het studiebureau Avantgarden NV, Wijnegemhof 1 te 2110 Wijnegem, worden niet goedgekeurd gelet op het ongunstig advies van de NMBS waarbij zij geen toestemming verlenen om het tracé van de nieuwe wegenis aan te takken op de bestaande weg naast de spoorlijn welke hun eigendom is.
Het bestek en de kostprijsraming voor het uitvoeren van de infrastructuurwerken in bovenvermelde verkaveling, opgemaakt door het studiebureau Avantgarden NV, voor een totaal van 157.237,88 euro wordt niet goedgekeurd.
§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.