De algemene opstelling is dat de medewerkers open communiceren over het feit dat Opwijk een Nederlandstalige gemeente is en dat wij als werknemer van het lokaal bestuur ook gebonden zijn aan het Nederlands taalgebruik. We gebruiken hiervoor ook hulpmiddelen indien nodig.
In het hulpverleningstraject geven de medewerkers de boodschap dat ze van de cliënt inspanningen verwachten om onze Nederlandse taal te leren. We begeleiden de cliënt actief naar opleidingsmogelijkheden en blijven de cliënt stimuleren om het Nederlands te oefenen.
Indien de hulpverleningssituatie het vereist, kan een vrijwillige taalhelper worden ingeschakeld. De maatschappelijk werker kan dit professioneel inschatten en notuleert dit in de desbetreffende map. Op die manier is er ook voldoende controle op het inschakelen van deze vrijwilligers. Daarnaast wordt dit ook een vast agendapunt op de teamvergadering in het sociaal huis De Wegwijzer.
Na het verstrijken van een begeleidingstermijn van 18 maanden, wordt de situatie van de cliënt officieel opnieuw bekeken. Hoe is de kennis van het Nederlands? Levert deze nog inspanningen om de taal te leren? Indien nodig wordt de termijn waarin men kan gebruik maken van een taalhelper verlengd, dit wordt gevraagd aan het bijzonder comité.
Na het verstrijken van een bepaalde termijn en bij vaststelling van onvoldoende inspanningen van de cliënt om Nederlands te leren, wordt de onkostenvergoeding van een taalhelper niet langer gedragen door het lokaal bestuur van Opwijk. Dit wordt verder bepaald in de huidige principebeslissing .
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de principebeslissing in verband met de onkostenvergoeding voor taalhelpers ten laste van de cliënt goed.