Ze wensen de open ruimte buiten onze dorpskernen zoveel mogelijk open te houden. Dan past het om oude maatregelen die hier haaks op staan, op te heffen of aan te passen. Eén van die maatregelen is voormelde gemeentebelasting. Met deze belasting geeft de gemeente als duidelijke boodschap dat het aangewezen is de percelen sneller te bebouwen of te verkopen aan bouwlustigen. Ze houdt daarbij geen rekening met de ligging van het perceel in kwestie. Om snel in te grijpen op deze maatregel die contraproductief of contradictief is wanneer men een bouwshift wil realiseren en onze resterende open ruimte zo goed mogelijk wil beschermen, is het aangewezen om het landelijk woongebied (‘woongebied met landelijk karakter’) uit het toepassingsbied van het belastingreglement te schrappen. Ook ‘woongebied met landelijk karakter’ valt immers onder de noemer ‘gebieden bestemd voor wonen’. Tot het woongebied met landelijk karakter behoren de landelijke gehuchten en dorpen en de zones van lintbebouwing. In sommige delen ervan is bebouwing aanvaardbaar, maar zonder dat we het daarom nog langer willen stimuleren. In andere delen van het woongebied met landelijk karakter zou verdere bebouwing een spijtige zaak zijn, onder andere omdat de verdere versnippering van het landschap ermee wordt doorgezet. Daar willen we dit via het belastingreglement al zeker niet verder aanmoedigen! Een groot deel van de hoofdgemeente Opwijk is gelegen in effectief woongebied, d.w.z. in woongebied in de strikte zin, wat in ons voorstel verder blijft vallen onder het belastingreglement.
Onder de noemer ‘gebieden bestemd voor wonen’ behoren, naast de effectieve woongebieden en de woongebieden met landelijk karakter, ook de woonuitbreidingsgebieden. Het belastingreglement is dus ook van toepassing op onbebouwde percelen in woonuitbreidingsgebieden, weliswaar beperkt tot de percelen die nu reeds aan een voldoende uitgeruste openbare weg liggen. Toch willen we het sneller bebouwen van gelijk welk deel van een woonuitbreidingsgebied niet stimuleren. In die zin is het consistent om ook woonuitbreidingsgebied te schrappen uit het toepassingsgebied van het belastingreglement.
Het voorgaande sluit ook aan bij de vaststellingen die gedaan zijn in de recent voor Opwijk uitgevoerde Bouwmeesterscan. Daarin kan men o.m. lezen:
“Op basis van data van provincie Vlaams-Brabant kan gesteld worden dat de gemeente Opwijk een grote hoeveelheid onbebouwde percelen heeft die potentieel wel bebouwd kunnen worden. Opvallend is dat veel van deze percelen gelegen zijn buiten het 'woongebied'[1], zo aangeduid volgens het Gewestplan. Wanneer deze percelen bebouwd raken, zal de bebouwingsstructuur van de gemeente nog diffuser worden. Een groot deel ligt verspreid langs de steenwegen N47 en N211 met een lichte concentratie in de deelkernen.”
En dit terwijl in de bewoordingen van de Bouwmeesterscan Opwijk nu reeds een “zeer gefragmenteerd landschap als gevolg van een doorgedreven versnipperde bebouwingsstructuur (kent)”.
Wijze waarop het voorstel kan doorgevoerd worden
Over het hoger voorgestelde kan gestemd worden als amendement op het voorstel dat de meerderheid heeft geagendeerd op de zitting van 17 december ’19 voor goedkeuring van het “belastingreglement op niet-bebouwde percelen gelegen in gebieden bestemd voor wonen, volgens het plannenregister en palend aan een openbare weg die voldoende is uitgerust, voor de dienstjaren 2020 tot en met 2025”.
De gemeenteraad neemt kennis van het voorstel van INZET om akkoord te gaan met de afschaffing van de belasting op onbebouwde percelen in woongebied met landelijk karakter of in woonuitbreidingsgebied.