De financiële toestand van de gemeente.
Nachtwinkels kunnen geluidshinder en de verstoring van de openbare orde veroorzaken.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provinciale- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening meer bepaald artikel 18 en latere wijzigingen;
Voor de dienstjaren 2020 tot en met 2025, wordt een openingsbelasting en een jaarlijkse belasting geheven op nachtwinkels gelegen op het grondgebied van de gemeente.
Onder nachtwinkel wordt verstaan: elke winkel die in algemene voedingswaren en huishoudartikelen handelt en tussen 18 uur en 7 uur open is, zoals bedoeld in artikel 2,9o en artikel 6 c van de wet van 10 november 2006 tot instelling van een verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening, en ongeacht of alle verplichtingen en beperking voorvloeiend uit die wet door de nachtwinkel gerespecteerd zijn.
De belasting is verschuldigd door de uitbater van de nachtwinkel, onafgezien of de maatschappelijke zetel in de gemeente gevestigd is. De eigenaar van de handelszaak waar de nachtwinkel gevestigd is, is solidair verantwoordelijk voor de betaling van de belasting.
De openingsbelasting is een eenmalige belasting vastgesteld op € 6.000 en is verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel zoals gedefinieerd in artikel 2 van dit reglement.
Elke wijziging van een uitbating wordt gezien als een nieuwe handelsactiviteit.
De jaarlijkse belasting is vastgesteld op € 1.500 per nachtwinkel en per jaar.
De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar en zijn verschuldigd voor het ganse jaar, welke ook de aanvangs- of de stopzettingsàatum van de economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar is.
De jaarlijkse belasting gaat in het jaar volgend op het jaar van inkohiering van de openingsbelasting of gebrek hiervan vanaf de inwerkingtreding van huidig belastingreglement.
Deze bedragen worden elke dienstjaar aangepast aan de gezondheidsindex van december van het jaar voorafgaand aan het dienstjaar. Als basis geldt de gezondheidsindex van december 2019.
Deze bedragen worden steeds afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal.
De belastingplichtige is ertoe gehouden voorafgaandelijk aan elke economische activiteit aangifte te doen bij het gemeentebestuur.
De belastingplichtige is verplicht alle nodige documenten en vergunningen voor te leggen op het eerste verzoek van het gemeentebestuur.
De belastingplichtige is eraan gehouden de eventuele controle van zijn verklaring mogelijk te maken.
De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 15 juli van het aanslagjaar moet worden teruggestuurd. Wie geen aangifteformulier ontving, moet het document afhalen of aanvragen bij de administratie.
De correct ingevulde, gedag- en genaamtekende aangifte moet binnen de hierboven gestelde termijn worden ingediend bij de administratie.
Bij gebreke van een aangifte binnen de in artikel 5 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Dit reglement gaat in op 1 januari 2020.