De financiële toestand van de gemeente.
Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de bank- en financieringsinstellingen.
Wordt voor de toepassing van deze belasting als dusdanig aangezien: elke bank-, financierings-, kredietinstelling, factoringbedrijf, spaarbank of wisselkantoor en alle andere inrichtingen die zich met dergelijke bank- of financieringsactiviteiten inlaten, hun agentschappen, bijkantoren, de eenmanszaken en de automaten bestemd voor bankverrichtingen, die gevestigd of geïnstalleerd zijn op het grondgebied van de gemeente en voor het publiek toegankelijk zijn.
Met eenmanszaak wordt bedoeld de inrichting die spaar-, leen-, wissel- en/of hypotheekverrichtingen aanbiedt en door één persoon in hoofd- of nevenberoep wordt geëxploiteerd onder eigen naam en/of als waarnemer van een agentschap of bijkantoor van een bank- of financieringsinstelling.
Onder nevenberoep wordt in het raam van deze verordening verstaan het aanbieden van voornoemde diensten door een loon- of weddetrekkende onderwerpen aan het stelsel van de Rijksmaatschappelijke zekerheid ; in het andere geval wordt dergelijke dienstverlening als de uitoefening van een hoofdberoep beschouwd.
Onder automaten bestemd voor bankverrichtingen wordt verstaan, de toestellen die volautomatisch werken en de cliënteel in de mogelijkheid stellen geldopnemingen en/of spaar- of betaalverrichtingen te doen.
Een inrichting wordt door deze belasting als publiek toegankelijk beschouwd wanneer de cliënteel er terecht kan voor bank- en/of financieringsverrichtingen, ongeacht het grootste deel van bedoelde verrichtingen al dan niet ter plaatse wordt afgehandeld.
Deze belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de vorenbedoelde instellingen, agentschappen of bijkantoren, eenmanszaken en automaten bestemd voor bankverrichtingen worden geëxploiteerd.
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt de belasting als volgt vastgesteld :
- € 100 voor éénmanszaken waarvan de exploitatie als bijberoep wordt uitgeoefend
- € 300 voor instellingen met 1 tot 5 personeelsleden ;
- € 600 voor instellingen met 6 tot 10 personeelsleden ;
- € 900 voor instellingen met 11 tot 20 personeelsleden ;
- € 1.200 voor instellingen met meer dan 20 personeelsleden ;
- € 300 per bank- of geldautomaat.
Het hierboven bedoelde personeelsbestand omvat eveneens de persoon (personen) verantwoordelijk voor de exploitatie.
Voor de berekening van de personeelsbezetting worden de deeltijdse prestaties opgeteld volgens de duur van de prestaties.
Deze bedragen worden elke dienstjaar aangepast aan de gezondheidsindex van december van het jaar voorafgaand aan het dienstjaar. Als basis geldt de gezondheidsindex van december 2019.
Deze bedragen worden steeds afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal.
De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd, welke ook de datum is waarop de dienstverlening aanvangt of eindigt.
Bij overneming van de instelling of automaat bestemd voor bankverrichtingen is de overnemer eveneens belastingplichtig.
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier.
Deze belasting gaat in op 1 januari 2020